Stel je in gedachten een deur voor, midden op het pad dat voor je ligt. Gods wil staat aan de andere kant van die deur. We doen ons best erachter te komen wat die wil is. Zal God ons laten zien wat er achter die deur verborgen is? Nee! Waarom niet? Omdat we eerst bepaalde zaken moeten afhandelen aan deze kant van de deur. Als God onze Heer is, dan heeft Hij het recht te bepalen wat er aan de andere kant van die deur op ons wacht. Als we Hem dat recht niet toekennen, dan erkennen we Hem niet als Heer.
Waarom willen we zo graag weten wat er achter die deur is? Komt dat misschien omdat we ons het recht willen voorbehouden zelf te bepalen of we wel of niet door die deur zullen gaan? Sommigen stappen vrijmoedig al half door de deuropening,, maar laten hun voet op de drempel staan, voor het geval ze niet blij zijn met wat ze zien en dan alsnog op hun schreden kunnen terugkeren. Het is echter heel moeilijk om met God te wandelen als je voet vast zit tussen de deur! Jezus zei: Niemand die zijn hand aan de ploeg slaat en kijkt naar wat achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk van God (Lukas 9:62).
Ik denk dat de man namens vele anderen sprak, toen hij zei: ,,Ik ben er zo aan gewend mijn eigen leven te leiden. Ik weet niet zeker of ik iemand anders wel kan of wil vertrouwen. Trouwens, God stuurt me waarschijnlijk naar een of ander zendingsland waar ik helemaal niet heen wil.” We moeten bedenken dat als we ons hart aan de Heer geven en Hij ons inderdaad naar dat zendingsveld zou roepen, we nergens anders zouden willen zijn tegen de tijd dat we er aankomen! Geloof jij dat Gods wil voor jou goed, welgevallig en volmaakt is? (Romeinen 12:2) Dat is de kern van de zaak. In het ‘Onze Vader’ leren we om God te naderen met de intentie dat zijn wil op aarde wordt gedaan. Het slaat nergens op God hierom te bidden, als we niet bereid zijn die wil ook zelf uit te voeren.